De coronacrisis te lijf met een stimulans tot investeren

Tijdens Prinsjesdag is een nieuwe regeling aangekondigd die er voor moet zorgen dat investeren voor bedrijven tijdelijk aantrekkelijker wordt. Inmiddels is de uitwerking van de Baangerelateerde Investeringskorting (hierna: BIK) bekend gemaakt.

De korting

Een bedrijf dat tot tussen 1 oktober 2020 en 31 december 2022 investeert in nieuwe bedrijfsmiddelen kan onder bepaalde voorwaarden een extra investeringskorting krijgen van 3% van het investeringsbedrag. Is het totaal van de investeringen op jaarbasis meer dan € 5.000.000 dan bedraagt de korting over het bedrag boven de € 5.000.000 geen 3% maar 2,44%. De investeringen moeten in 2021 of 2022 volledig betaald zijn en binnen 6 maanden na de laatste betaling in gebruik zijn genomen.

 

De korting wordt verrekend met de verschuldigde loonheffingen. Dit betekent dat alleen bedrijven met personeel in aanmerking komen voor de BIK.

Het doel van de BIK

Met de BIK wordt beoogd om tijdens de crisis zoveel mogelijk investeringen naar voren te halen in plaats van uit te stellen. Dit zou op zowel korte als langere termijn een positief effect hebben op de economische groei. Op korte termijn zouden deze extra bestedingen tot het behoud van banen moeten leiden. Op langere termijn moeten de investeringen er voor zorgen dat bedrijven hun verdienvermogen uitbreiden. De BIK is vormgegeven als een korting op de loonheffingen, zodat ook bedrijven die geen winst maken tijdens de economische crisis kunnen profiteren van deze regeling.

Is de BIK geschikt voor zijn doel?

Naar mijn mening is het nog maar de vraag of de BIK ook zijn doel bereikt. De BIK heeft een relatief gering belang. Bij het minimale investeringsbedrag van € 20.000 op jaarbasis bedraagt de korting € 600. Zou een dergelijk relatief gering voordeel daadwerkelijk leiden tot extra of snellere investeringen? Waarschijnlijk niet door bedrijven die tijdens de crisis toch al geen winst maken en de hand op de knip moeten houden. En voor die bedrijven is de BIK nu juist vormgegeven als een vermindering van de loonheffingen. Dit had dus wellicht beter anders vorm gegeven kunnen worden, zodat ook bedrijven die wel winst maken maar geen personeel in dienst hebben, gestimuleerd worden om te investeren. Waarom zouden investeringen van deze bedrijven immers geen positief effect kunnen hebben op de economische groei?

De hoogte van de korting is tot stand gekomen door het beschikbare budget te delen door het verwachte bedrag aan investeringen. Mocht in 2021 een groot deel van het budget al zijn gebruikt, dan kan voor het jaar 2022 het kortingspercentage naar beneden worden bijgesteld. Deze onzekerheid kan er voor zorgen dat bedrijven investeringen zo spoedig mogelijk naar voren willen halen, hetgeen ook het doel is van de regeling. Tegenstrijdig hiermee is echter dat investeringsverplichtingen die zijn aangegaan tussen 1 oktober 2020 en 31 december 2020 niet in aanmerking lijken te komen voor de BIK indien de laatste betaling daarvan nog voor 1 januari 2021 heeft plaatsgevonden. Indien dat daadwerkelijk het geval is, zal dit een averechts effect hebben op de betalingen van de investeringen. Daarbij is het de vraag of het voldoende is om in 2021 een laatste betaling te doen van bijvoorbeeld € 100. Dat zou het mijn inziens toch onnodig ingewikkeld maken.

Conclusie

De BIK is een wetsvoorstel waarbij aardig wat kritische kanttekeningen kunnen worden geplaatst. Er is dan ook al wat kritiek geuit op het wetsvoorstel en het is nog maar de vraag of het in ongewijzigde vorm zal worden aangenomen. Vooralsnog lijkt het er echter op dat als je toch van plan bent om op korte termijn te investeren in kwalificerende bedrijfsmiddelen je de betaling daarvan beter (gedeeltelijk) uit kunt stellen naar 2021.

Wil je weten of jouw investeringsplannen in aanmerking kunnen komen voor de BIK en waar je daarbij op moet letten? Neem dan contact op met één van de adviseurs van OOvB.