De Duitse industrie heeft over de afgelopen maanden de sterkste productiedaling laten zien sinds maart 2022. Volgens het Duitse statistiekbureau Destatis produceerden industriële bedrijven in de maand augustus 4,3 procent minder dan in juli. Vooral de autoproductie, traditioneel de ruggengraat van de Duitse economie, kreeg een harde klap met een daling van 18,5 procent.

De terugval is deels te verklaren door tijdelijke fabriekssluitingen in de vakantieperiode, maar ook door structurele problemen: hoge energiekosten, teruglopende export en onzekerheid over de overgang naar elektrische voertuigen. Daarmee wankelt de industriële motor van Europa. En dat heeft directe gevolgen voor Nederlandse bedrijven die aan Duitsland leveren.
Veel Nederlandse toeleveranciers in de metaal-, elektronica- en hightechsector merken een duidelijke afname in orders uit Duitsland. Bedrijven die afhankelijk zijn van de Duitse auto- en machinebouw stellen leveringen uit of kampen met lege orderboeken. Vooral in de grensregio’s, waar ondernemingen traditioneel sterk verweven zijn met de Duitse maakindustrie, neemt de druk toe.
De situatie wordt versterkt door de structurele verschuiving in de Duitse industrie. Autofabrikanten als Volkswagen, BMW en Ford schroeven hun productie terug, terwijl toeleveranciers zoals Bosch, ZF en Continental duizenden banen schrappen. In één jaar tijd verdwenen er in de Duitse autosector meer dan 50.000 banen.
Voor Nederlandse ondernemingen betekent dit niet alleen minder vraag, maar ook meer onzekerheid. Hogere financieringskosten, stijgende lonen en dalende exportvolumes drukken de marges. Tegelijkertijd zoeken bedrijven naar nieuwe afzetmarkten, meer flexibiliteit en samenwerking in ketens.
De Duitse industrie, jarenlang de motor van Europa, begint te stotteren. En als de motor hapert, trilt de hele toeleveringsketen mee, tot diep in de Nederlandse industrie. Heb je vragen? Neem gerust contact met ons op.