Nieuwe fosfaatbepaling percelen

Tot nu toe wordt de fosfaatklasse, en daarmee de hoogte van de fosfaatgebruiksnormen, bepaald op basis van de P-AL voor grasland en de Pw voor bouw­land. Per 1 januari 2021 wordt een gecombineerde in­dicator van de fosfaattoestand van kracht voor zowel grasland als bouwland. Dan wordt de bodemvoorraad (P-AL) en de plantbeschikbare voorraad (P-CaCl2) be­paald. Dat kan voor sommige percelen resulteren in een indeling in een andere fosfaatklasse.

Een relatief hoge bodemvoorraad kan samengaan met een lage hoeveelheid plantbeschikbaar fosfaat. Er zijn namelijk situaties waarin de nalevering uit de bodem­voorraad stagneert. Dit is het geval als het fosfaat ge­bonden is aan ijzer of aluminium (bij een lage zuur­graad), aan organische stof of aan calcium (bij een hoge zuurgraad). Er is dan wel veel fosfaat in de bo­demvoorraad aanwezig, maar de plantbeschikbaar­heid is laag. Er zou dan een hogere fosfaatgift nodig zijn.

De nieuwe fosfaatbepaling houdt dus beter rekening met de fosfaatbeschikbaarheid in een perceel. Met na­me in de situatie waar sprake is van de combinatie van een hoge bodemvoorraad en een lage beschik­baar­heid is dit een voordeel. Te weinig plantbeschik­bare fosfaat is vooral nadelig bij het begin van de ont­wikkeling van een gewas. Voldoende fosfaat is tijdens zaaien of poten cruciaal voor de ontwikkeling van wor­tels en dus voor een geslaagde teelt.