De bouw van zeker een half miljoen woningen in Nederland loopt forse vertraging op. Uit onderzoek van de twaalf provincies blijkt dat de uitvoering van de woningbouwdoelen stokt door drie hardnekkige knelpunten: stikstof, overbelasting van het elektriciteitsnet en toenemende regeldruk.
Tussen 2022 en 2030 moeten er bijna een miljoen woningen worden gebouwd. De teller staat na drie jaar op zo’n 260.000, maar de voortgang stagneert. Vooral in Utrecht, Flevoland en Gelderland dreigen vanaf 2027 veel projecten stil te vallen.
Meer dan de helft van de geplande nieuwbouw ligt binnen vijf kilometer van stikstofgevoelige natuur. Vergunningen komen daardoor moeilijk van de grond. Daarnaast kampt ruim dertig procent van de projecten met een overvol stroomnet. Het elektriciteitsnet zit vol, waardoor nieuwe woningen niet kunnen worden aangesloten.
Volgens Ina Adema, voorzitter van het Interprovinciaal Overleg (IPO), is het beeld “zorgelijk en confronterend”. Niet alleen natuur en netbeheer, maar ook geld en mankracht vormen een probleem. Gemeenten kampen met tekorten aan deskundigen, terwijl bouwers steeds meer tijd kwijt zijn aan complexe regelgeving. Van stikstofberekeningen tot energieprestaties: de stapeling van eisen vertraagt het proces en drijft de kosten op. Het IPO schat dat jaarlijks 4 tot 5 miljard euro extra nodig is om de woningbouwambities te halen.
Wat betekent dit voor jou als bouwondernemer?
Wie in de bouw actief is, merkt dat projecten langer op zich laten wachten, marges onder druk staan en voorfinanciering risicovoller wordt. Juist nu loont het om scherp te sturen op kosten, vergunningstrajecten en samenwerkingen. Jouw OOvB bedrijfsadviseur denkt graag mee over de financiële en strategische keuzes die hierbij horen, van projectfinanciering tot risicobeheersing.