De cao-lonen in Nederland zijn afgelopen kwartaal sterk gestegen, net als eind vorig jaar. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek kregen werknemers gemiddeld 6,8 procent meer salaris dan een jaar eerder. Vooral in de horeca en bij de handel van onroerend goed stegen de lonen flink.
In die laatste sector kregen werknemers meer dan 12 procent erbij, een soort inhaalslag volgens een CBS-econoom. In de horeca stegen de lonen met bijna 11 procent, mede door het hogere minimumloon.
De onderhandelende vakbonden hebben deze loonstijgingen vooral weten te realiseren vanwege de hoge inflatie. Ze vinden dat er nog steeds koopkrachtherstel nodig is, omdat veel mensen moeite hebben om rond te komen. Werkgevers waarschuwen echter dat de sterk stijgende loonkosten slecht kunnen zijn voor de concurrentiepositie van bedrijven.
Hoewel de lonen hard zijn gestegen, bedraagt de gemiddelde toename na correctie voor inflatie slechts 3,1 procent. De prijzen, vooral door de oorlog in Oekraïne, zijn nog niet volledig gecompenseerd door de loonstijgingen. Hierdoor blijft de koopkracht voor veel mensen achter.