Volgens één van de Nederlandse grootbanken groeit de Nederlandse economie in 2026 door, maar wel in een lager tempo. Waar de groei dit jaar nog rond 1,7% lag, zal dat volgend jaar waarschijnlijk 1,3% zijn. Minder dus, maar volgens de economen van de bank nog steeds een prima resultaat in een onrustige wereld. Denk aan geopolitieke spanningen, hoge energieprijzen en een krappe arbeidsmarkt, omstandigheden waarin een stabiele groei allerminst vanzelfsprekend is.
Voor consumenten liggen er juist lichte meevallers in het vooruitzicht. De inflatie lijkt terug te zakken richting 2,4%, waardoor de prijsstijgingen minder drukken op de portemonnee. Tegelijkertijd stijgen de lonen naar verwachting harder dan de prijzen. De koopkracht gaat daardoor omhoog, en door het nieuwe pensioenstelsel profiteren ook veel gepensioneerden van extra financiële ruimte.
Toch zijn er remmende factoren die bedrijven raken. De bekende netcongestie op het elektriciteitsnet en de stikstofbeperkingen maken uitbreiden en investeren lastiger, zeker in sectoren die willen bouwen, verduurzamen of elektrificeren. Ook de krapte op de arbeidsmarkt blijft voelbaar en remt economische groei.
Voor de jaren na 2026 wordt meer onzekerheid verwacht. Als investeringen achterblijven, kan dat de groei op langere termijn afremmen. De economen van de bank benadrukken daarom het belang van beleid dat deze knelpunten écht aanpakt. Nieuwe kabinetsonderhandelingen en gerichte investeringen kunnen daarin een rol spelen.
Een lichtpuntje: onze belangrijkste handelspartner Duitsland verwacht fors te gaan stimuleren. Als dat gebeurt, kan de Nederlandse economie daar direct van meeprofiteren.
Terug
