Einde slapende dienstverbanden

Enige tijd geleden hebben wij al bericht over de compensatie van de transitievergoeding die werkgevers bij ontslag na twee jaar ziekte aan een werknemer moeten betalen. Vanaf 1 april 2020 kunnen werkgevers de compensatie gaan aanvragen, ook met terugwerkende kracht voor gevallen vanaf 1 juli 2015. Daarmee kunnen slapende dienstverbanden worden beëindigd, waar dat wellicht om financiële redenen nog niet was gebeurd.

Daar is nu iets bij gekomen. Op 8 november jl. besliste de Hoge Raad dat werkgevers verplicht zijn om in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van een slapend dienstverband. De werkgever moet daardoor zodra de werknemer erom vraagt een beëindigingsovereenkomst sluiten onder toekenning van een bedrag gelijk aan de transitievergoeding, behalve als de werkgever een belang heeft bij voortzetting van de arbeidsovereenkomst, maar daarvoor moeten er nog re-integratiemogelijkheden zijn.

Bij de beëindigingsovereenkomsten spelen ook andere zaken een rol. Een einddatum in 2019 dan wel in 2020 maakt verschil uit, omdat de berekening van de transitievergoeding per 1 januari 2020 wijzigt, m. n. bij oudere werknemers met langere dienstverbanden.

Daarnaast kan het zijn dat UWV uitgaat van de einddatum van de arbeidsovereenkomst, dus bij een einddatum in 2020 zal het UWV de nieuwe transitievergoeding vergoeden, ook al is de transitievergoeding berekend naar de oude regeling die vaak hoger uitvalt.

Ook een rol speelt dat vanaf de dag dat de werknemer 2 jaar arbeidsongeschikt was nog wel opbouw van transitievergoeding plaatsvindt tot de dag van beëindiging van het dienstverband, maar dat dit deel van de transitievergoeding niet wordt vergoed door UWV. Daar staat tegenover dat beëindiging op korte termijn (de opzegtermijn hoeft geen rol te spelen) de te betalen transitievergoeding langer moet worden voorgefinancierd om de periode tot de compensatie van UWV wordt ontvangen te overbruggen.

Hoewel het initiatief volgens de Hoge Raad bij de werknemer ligt en de werkgever mag afwachten, is het voor werkgevers verstandig nu al te kijken wat de beste optie is. Als er een verzoek van de werknemer ligt, zal de werkgever direct in actie moeten komen, omdat het risico bestaat dat het UWV niet tot vergoeding zal overgaan, als de werknemer de betaling van de transitievergoeding bij de rechter heeft moeten afdwingen.

Voor werknemers die voor 1 juli 2015 al twee jaar ziek waren, bestaat geen recht op een transitievergoeding en een werkgever krijgt voor deze gevallen dus ook geen compensatie van het UWV. De arbeidsovereenkomsten met deze slapende werknemers hoeven niet beëindigd of opgezegd te worden.