Op de winkelvloer schuurt het soms tussen jong en oud. Uit een recent onderzoek blijkt dat 28% van de oudere medewerkers (55+) zich ergert aan het gemak waarmee jongeren zich ziekmelden. Ook beperkte toewijding (21%) en gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel (18%) worden genoemd als struikelblokken in de samenwerking.

Op het eerste gezicht lijkt het een klassiek generatieconflict. Maar wat opvalt: jongeren herkennen de kritiek. Maar liefst 50% van de studerende of schoolgaande medewerkers ziet het zelf ook als probleem dat collega’s zich bij lichte klachten afmelden. Net zo veel geven aan dat toewijding aan het werk beter kan.
Is er dan hoop op begrip? Absoluut. Maar dat vraagt om dialoog én leiderschap.
Want dat er verschil zit in werkhouding is duidelijk. Jongere medewerkers (onder de 35) geven zelf aan dat door personeelskrapte de klant soms tekortkomt (67%). Bij de oudere generatie ligt dat percentage lager (39%). Dat ligt aan het feit dat zij zich sterker verantwoordelijk voelen, ook als het druk is.
De uitdaging is dus niet óf er verschillen zijn, maar hoe we ermee omgaan. Jongeren werken vaak flexibel en taakgericht, zoeken balans met studie en privé. Ouderen zijn vaak meer loyaal aan het team en de klant, en voelen zich eigenaar van ‘de zaak’.
De kunst zit in het benutten van elkaars kracht. Oudere medewerkers kunnen jonge collega’s meenemen in verantwoordelijkheidsgevoel, vakmanschap en klantgerichtheid. Jongeren brengen energie, vernieuwing en frisse ideeën. Wat ze nodig hebben? Heldere verwachtingen, goede begeleiding en oprechte aandacht.
Want wie generaties als tegenpolen ziet, mist de kans om van elkaar te leren. Goed leiderschap zorgt voor verbinding. Zowel op de werkvloer als daarbuiten.