Maatschap of VOF met kinderen? Regel het goed!

Met alleen het plaatsen van een handtekening op een VOF- of maatschapsakte voorkom je geen problemen. Het is de bedoeling dat je ook daadwerkelijk participeert in de vennootschap of maatschap. Johan Geurts, Accountant-Administratieconsulent, schrijft in de wekelijkse OOvB blog waarom dit belangrijk is om toekomstige onduidelijkheden te voorkomen bij bijvoorbeeld de belastingdienst of justitie.

Het toetreden van kinderen tot de maatschap of VOF van een agrarische onderneming is iets wat we in de praktijk steeds vaker tegenkomen. In gezinsverband zijn er dan mogelijkheden om fiscale grote voordelen te behalen, denk hierbij aan het besparen op schenk- en/of erfbelasting op termijn.

Wij adviseren dit in de praktijk altijd goed te regelen. Niet alleen door het laten opmaken en tekenen van een VOF – of maatschapsakte, maar juist ook de kinderen mee te laten tekenen bij bankzaken en grote(re) investeringen.

Een uitspraak van Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch in juni dit jaar kwam namelijk naar voren dat het mee laten tekenen door de kinderen van belang kan zijn.

In de situatie van hierboven benoemde uitspraak oordeelde het Hof dat er geen sprake was van een “materiële samenwerking”. Met andere woorden het Hof oordeelde dat de winst uit de onderneming volledig aan één persoon toegerekend moest worden.

Dit oordeel werd uitgesproken omdat er uit feitelijk niets bleek dat de kinderen daadwerkelijk actief betrokken waren bij ondernemingsbeslissingen. En precies hier draait het in de kern om. Wanneer uit niets blijkt dat er betrokkenheid is bij ondernemingsbeslissingen dan staat men zwak in een discussie met de belastingdienst.

Er is dus meer nodig dan alleen een getekende VOF- of maatschapsakte!

Overigens ervaren wij dat de belastingdienst door de tijd heen steeds kritischer wordt over de zakelijkheid van de winstverdeling. Een goede reden om je hier extra goed tegen te ‘bewapenen’.

De situatie was als volgt: Belanghebbende exploiteerde vanaf 1 januari 2006 een onderneming als eenmanszaak, welke voorheen door haar echtgenoot werd gedreven. De onderneming hield zich onder meer bezig met het fokken van dressuurpaarden.

In januari 2012 was, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2011, een vennootschap onder firma in het register van de Kamer van Koophandel ingeschreven. Belanghebbende en haar dochter plus schoonzoon waren als vennoten geregistreerd. De onderneming maakte in zowel 2011 als in 2012 een verlies. Dit verlies werd geheel in de aangiften IB/PVV 2011 en 2012 van de schoonzoon verantwoord.

Welk gedeelte van het verlies moest aan belanghebbende worden toegerekend?

Om deze vraag te beantwoorden werd door het Hof gekeken naar de vraag of er in de jaren 2011 en 2012 materieel een samenwerkingsverband bestond waaraan, naast belanghebbende, ook daadwerkelijk de dochter en/of schoonzoon in de hoedanigheid van ondernemer deelnamen. Daarbij is niet van belang of dat samenwerkingsverband reeds de formele rechtsvorm van een Vennootschap Onder Firma had, maar of de genoemde personen materieel samenwerkten en of het samenwerkingsverband als zodanig deelnam aan het economische verkeer.

Het hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat in de jaren 2011 en 2012 sprake was van een samenwerkingsverband. Zij achtte hierbij van belang dat het dossier geen bewijsstukken bevatte waarmee inzicht werd verstrekt in de feitelijke samenwerking tussen belanghebbende, haar dochter en schoonzoon binnen de onderneming en de startdatum van de materiële samenwerking. De formele vastleggingen over de (beweerdelijke) samenwerking gaven geen eenduidig beeld af over de startmoment van de samenwerking.

In het dossier ontbraken stukken waaruit bleek dat de onderneming in de onderhavige jaren naar buiten toe in het economische verkeer opgetreden was als een samenwerkingsverband. Verder woog in het bewijsrechtelijke nadeel van belanghebbende mee de omstandigheid dat belanghebbende niet op de zitting was verschenen.

Dit betekende dat de winst uit onderneming volledig aan belanghebbende toegerekend diende te worden.

Denk je na over het aangaan van een maatschap of VOF? Neem dan contact met ons op. We denken heel graag met je mee!