Meer overlevingskansen én verhaal door Wet Homologatie Onderhands Akkoord

Naast de verschillende regelingen voor tijdelijke ondersteuning van ondernemers werkt de overheid ook hard aan mogelijkheden voor ondernemingen om te reorganiseren en (her)financieren om faillissementen als gevolg van de coronacrisis te voorkomen. Daarom is inmiddels de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) aangenomen en een snelle invoering is te verwachten.

De WHOA heeft tot doel ondernemingen beter in staat te stellen te reorganiseren door de introductie van de mogelijkheid een onderhands (dwang)akkoord aan te bieden aan de crediteuren. Nu is het vrijwel niet mogelijk crediteuren te dwingen een akkoord te accepteren, zonder dat je in een faillissement terecht komt, maar met de WHOA kan een onderhands akkoord buiten faillissement door de rechter worden bekrachtigd, waarmee het verbindend wordt tegenover crediteuren, dus ook degenen die daarmee niet hebben ingestemd.

Onderdeel van de regeling is dat de onderneming de bevoegdheid heeft om overeenkomsten eenzijdig te beëindigen als onderdeel van het akkoord en zekerheden te vestigen voor nieuwe financieringen, ook als dat ten koste van bestaande crediteuren gaat. De inhoud van het aan te bieden akkoord en wijziging van de rechten van zijn crediteuren kan de onderneming zelf bepalen. Wel zijn arbeidsovereenkomsten uitgezonderd.

De onderneming hoeft het akkoord niet aan alle crediteuren aan te bieden. Crediteuren kunnen worden ingedeeld in verschillende klassen, zoals concurrente crediteuren, crediteuren met zekerheid, de fiscus met haar voorrangsrecht, achtergestelde crediteuren, en het akkoord kan aan worden geboden aan één of meerdere klassen crediteuren, die over het akkoord stemmen. De andere crediteuren, aan wie het akkoord niet wordt aangeboden, behouden hun vorderingen.

Als het akkoord niet (volledig) door de betreffende crediteuren wordt aanvaard, kan het akkoord aan de rechtbank worden voorgelegd ter bekrachtiging. Daarvoor moet het aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • zonder akkoord is een faillissement te verwachten en de onderneming is in potentie winstgevend
  • het akkoord biedt een doordacht plan voor de herstructurering met kans van slagen
  • in ieder geval één klasse crediteuren die tenminste 2/3 van de schulden vertegenwoordigen is akkoord gegaan met het voorstel
  • door het akkoord komen crediteuren niet in een nadeliger positie dan in faillissement
  • de meerwaarde van het akkoord ten opzichte van een faillissementsscenario wordt evenredig verdeeld tussen de betrokken crediteuren.

 

Belangrijk is dat er tegen bekrachtiging geen hoger beroep mogelijk is. Met de uitspraak van de rechter is het akkoord een feit en kan het direct worden uitgevoerd.

Het idee is niet alleen dat ondernemingen makkelijker kunnen saneren, maar ook dat crediteuren meer ontvangen, omdat de waarde van de onderneming niet verdampt door een faillissement. Voor kleine schuldeisers (MKB-ers, minder dan 50 werknemers) geldt bovendien in het algemeen dat ze minimaal 20% krijgen van hun vordering, maar dat geldt niet bij opkopen van vorderingen voor minder dan 20% van de waarde, achtergestelde leningen zonder zekerheden en onderlinge vorderingen binnen een groep of van aandeelhouders.

Als je overweegt hiervan gebruik te maken of als een debiteur jouw zo’n akkoord aanbiedt, zullen wij je graag ondersteunen.

Meer juridisch nieuws: