Ondanks de vele binnenlandse en internationale onzekerheden, verwachten economen van Rabobank dat de Nederlandse economie in 2025 en 2026 licht blijft groeien. Voor dit jaar wordt een bbp-groei van 1,5 procent voorzien, gevolgd door 1 procent in 2026. Het zijn cijfers die, gezien de omstandigheden, toch een voorzichtig optimisme rechtvaardigen.

De motor achter deze groei? Vooral de binnenlandse consumptie en de rol van de overheid. Door de krappe arbeidsmarkt en stijgende lonen neemt de koopkracht van huishoudens toe. Dat extra besteedbare inkomen vloeit direct terug in de economie, volgens de Rabobank economen. Ook de overheid blijft investeren en consumeren, ondanks de politieke impasse in Den Haag.
Minder rooskleurig is het beeld bij de bedrijfsinvesteringen. Onduidelijkheden rond handelsoorlogen, netcongestie, stikstof en kabinetsval zetten ondernemers op de rem. Waar consumenten hun weg naar de winkel weten te vinden, kiezen bedrijven juist voor afwachten.
De woningmarkt levert in 2025 en 2026 nog wel groei op, maar dit kan tijdelijk kan zijn. De afschaffing van de huurbevriezing en het grote aanbod verkochte beleggerswoningen drukken de nieuwbouw. Ook het dalende aantal vergunningen en bouwstarts is geen goed voorteken.
Op het internationale toneel is het beeld eveneens gemengd. De export lijdt onder Amerikaanse invoerheffingen en de sterke euro. Daarbovenop speelt een lagere productiviteitsgroei, die de concurrentiekracht van de exportsector aantast. Dat is niet slechts een kortetermijnkwestie, maar een structureel risico voor het toekomstige verdienvermogen van Nederland.
Voor ondernemers en investeerders geldt daarom: de binnenlandse markt biedt kansen, maar wie afhankelijk is van export of grote investeringen doet er goed aan de risico’s scherp in beeld te houden.