Verhoging overdrachtsbelasting leidt tot discussie over aanduiding woning

Wendy Sanders, fiscalist bij de vestiging Cuijk legt uit waarom de verhoging van de overdrachtsbelasting tot discussies leidt.

Eén van de nieuwe wetsvoorstellen die op tafel ligt is de verhoging van de overdrachtsbelasting op onroerend goed. Het is namelijk de wens van het kabinet om de overdrachtsbelasting te verhogen van 6% naar 7%, voor niet-woningen wel te verstaan. Het waarom erachter? Heel simpel, ter dekking van de maatregelen uit het Klimaatakkoord. Het idee is dat het bedrijfsleven op deze manier meebetaalt aan oplossingen die klimaatverandering moeten tegengaan. Het is echter niet de gebruiker die de overdrachtsbelasting betaald, maar de koper. Hierdoor wordt niet alleen het bedrijfsleven getroffen. Mijn inziens schiet de maatregel wat dat betreft dan ook enigszins zijn doel voorbij.

 

Met deze maatregel wordt het belang tussen de kwalificatie van een onroerende zaak als woning of niet-woning met 1% vergroot. De overdrachtsbelasting voor woningen blijft namelijk 2%. Is het onderscheid tussen een woning en een niet-woning dan ook zo simpel? Nee, helaas dat niet.

Wanneer is er sprake van een woning?

Een onroerende zaak is een woning als deze op het moment van overdracht naar zijn aard bestemd is voor bewoning. Voor ‘reguliere’ woningen is dit duidelijk, maar voor bijvoorbeeld een oude woning die al jaren gebruikt wordt als kantoor-/praktijkpand is dit niet het geval. Voor de kwalificatie als woning wordt in eerste instantie niet gekeken naar het feitelijke gebruik, maar naar de oorspronkelijke bouwkundige aard en de daarbij behorende bestemming. Latere bouwkundige ingrepen kunnen hier echter weer verandering inbrengen. Of er op het moment van overdracht sprake is van een woning of niet, is dan ook zeer feitelijk van aard. Zoals u zich wel kunt voorstellen, bestaat hier met enige regelmaat verschil van mening over met de Belastingdienst. Hierover zijn dan ook al verschillende procedures gevoerd.
 

Meer duidelijkheid?

Op de vraag van Tweede Kamerleden of bij de verhoging van de overdrachtsbelasting van 6% naar 7% wordt overwogen om het begrip woning wettelijk te definiëren, luidt het antwoord nee. Ondanks dat de afbakening tussen woningen en niet-woningen op dit moment nog veel capaciteit vergt van de Belastingdienst, is aangegeven dat gerechtelijke procedures hier steeds meer duidelijkheid over moeten verschaffen. Een wettelijke verduidelijking van het begrip woning komt er dus vooralsnog niet. Een besparing op de benodigde capaciteit van de Belastingdienst die mijn inziens ook aangewend zou kunnen worden ter gedeeltelijke dekking van de maatregelen uit het Klimaatakkoord, zit er dus niet in.
 

Vooralsnog blijft het onderscheid tussen een woning en een niet-woning in bepaalde gevallen een grijs gebied, terwijl de kwalificatie als woning u toch aardig wat overdrachtsbelasting kan besparen. Laat u hierover van te voren dan ook goed informeren. Het moment waarop de onroerende zaak wordt overgedragen kan namelijk bepalend zijn voor het toepasselijke tarief van 2% of 6%, en vanaf 2021 zelfs 7%.

Voor meer informatie kunt u uiteraard terecht bij één van onze adviseurs.