Het vertrouwen onder Nederlandse fabrikanten is in oktober verder gestegen naar het hoogste punt in tweeënhalf jaar, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vooral de verwachte bedrijvigheid stemt positief: producenten zien meer kansen, hebben minder zorgen over hun orderportefeuille en zijn minder negatief over hun voorraden.
De vertrouwensindex klom van -1,6 naar -0,8. Daarmee ligt het producentenvertrouwen boven het twintigjarig gemiddelde van -1,3. Ter vergelijking: in de coronamaand april 2020 zakte het vertrouwen nog tot -31,5, terwijl oktober 2021 met +10,4 een topjaar was.
Het groeiende vertrouwen sluit aan bij de bredere ontwikkeling van de economie. In het derde kwartaal van 2025 groeide het bruto binnenlands product (bbp) met 0,4 procent, de grootste toename sinds eind vorig jaar en het achtste kwartaal op rij met groei. Volgens CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen is dat “voor een welvarend land als Nederland een solide resultaat.”
Het groeiende vertrouwen sluit aan bij de bredere ontwikkeling van de economie. In het derde kwartaal van 2025 groeide het bruto binnenlands product (bbp) met 0,4 procent, de grootste toename sinds eind vorig jaar en het achtste kwartaal op rij met groei. Volgens CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen is dat “voor een welvarend land als Nederland een solide resultaat.”
Wat betekent dit voor de industrie? In meer dan de helft van de industriële branches is het sentiment verbeterd. Vooral bedrijven in de reparatie en installatie van machines en de meubelindustrie zijn optimistisch. De elektrotechnische en machine-industrie blijven nog wat voorzichtiger. De gemiddelde bezettingsgraad van machines en installaties daalde licht naar 77,2 procent, maar ligt nog altijd iets hoger dan een jaar geleden.
Voor industriële mkb’ers is dit een goed moment om vooruit te kijken: investeren in innovatie, productie-efficiëntie of verduurzaming wordt weer aantrekkelijker.
Heb je na het lezen van dit artikel nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op.