Welke bedrijfsmiddelen horen op de balans te blijven, welke gaan naar privé?

De vakanties zijn nagenoeg voorbij. Dit betekent dat de wekelijkse OOvB-blog weer van start gaat.

Welke bedrijfsmiddelen horen op de balans te blijven na een staking van een bedrijf? En welke gaan naar privé? Cor van den Broek - Register Belastingadviseur - geeft het antwoord op deze vraag.

Wanneer een bedrijf volledig wordt gestaakt, gaan de bedrijfsmiddelen in principe over naar privé tegen de waarde in het economische verkeer (WEV). Hierop bestaat een uitzondering wanneer bedrijfsmiddelen worden aangehouden met zicht op verkoop. Dan mag (ondanks de staking) het activum op de balans blijven en wordt het afrekenmoment uitgesteld totdat het is verkocht. Dan zijn er ook de liquide middelen (uit verkoop) om de belastingclaim af te rekenen.

 

Zo dacht een ondernemer ook in 2011 toen hij zijn onderneming (pluimvee en akkerbouw) gedeeltelijk staakte. De akkerbouwtak staakte hij en ging door met het pluimveebedrijf. De landbouwgronden werden fiscaal niet afgerekend en tot het privévermogen gerekend, maar bleven op de bedrijfsbalans staan. De gronden werden voorlopig verpacht aan derden.
 

In 2015 staakte  de ondernemer het bedrijf volledig, dus ook de pluimveetak. Dit betekende fiscaal afrekenen over alle bedrijfsmiddelen. Alle gronden (deze werden immers niet verkocht), bedrijfsgebouwen, pluimveerechten, machines, etc. Er moest echter over de meerwaarde van de gronden in de periode van verpachting (2011 – 2015) belasting betaald worden, omdat de landbouwvrijstelling niet toegepast kan worden bij verpachting aan derden.

Dit nadeel had de ondernemer niet voorzien waarop hij probeerde om de gronden met ingang van 2011 (het moment van staking van de akkerbouwtak) naar privé over te boeken. Maar uiteindelijk heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden beslist dat er bij de (gedeeltelijke) staking in 2011 gekozen moest worden voor overdracht naar privé óf aanhouden op de bedrijfsbalans en afrekenen bij volledige staking. Uit de administratieve verwerking in de jaarrekening cq. fiscale aangiften kan deze keuze blijken. De ondernemer had niet afgerekend in 2011, dus heeft (indirect) gekozen voor ondernemingsvermogen. En zoals het gezegde luidt: eens gekozen, blijft gekozen.

Belangrijk is dus om bij iedere staking van een bedrijfstak, kritisch te kijken naar de etikettering van bedrijfsmiddelen. Blijven deze op de balans, of overboeken naar privé. Op de balans betekent dat het afrekenmoment naar de toekomst wordt verschoven. Latere stijging betekent naast uitstel óók een (veelal) hogere belastingclaim. Direct afrekenen betekent uitgaven naar de fiscus zonder directe verkoopopbrengst. Tip: De vraag is of deze claim direct kan worden voldaan, eventueel uitstel van betaling aanvragen bij fiscus. Plus vermelding van de bedrijfsmiddelen (indien het onroerend goed betreft) in box 3. Met alle fiscale heffingsproblematieken van dien. Zie hierover onze eerdere berichten inzake box 3 heffing.

Mijn advies is: schakel tijdig met je relatiebeheerder / accountant / fiscalist over de gevolgen van (gedeeltelijke) staking. Bepaal gezamenlijk wat het beste alternatief is. De meest gunstige uitkomst kan verschillen als bijvoorbeeld de waarde in de toekomst flink zou stijgen (of dalen). Maar stippel samen een plan uit en maak een keuze.