Het ziekteverzuim bij medewerkers in Verpleeg- en verzorgingshuizen is de afgelopen jaren zorgwekkend gestegen: van 6,1% in 2015 naar ruim 9% nu. Cijfers die niet alleen een kostenpost vormen, maar vooral ook iets zeggen over hoe zwaar het werk inmiddels weegt. Pauline van Dorssen, lector aan de Zuyd Hogeschool, spreekt van een negatieve spiraal. Want als mensen uitvallen en vacatures leeg blijven, komt de druk bij de rest te liggen. En juist die overgebleven collega’s proberen dan met nóg meer inzet de gaten te vullen – tot ook zij niet meer kunnen.

De reflex is begrijpelijk: snel iemand regelen, het rooster rondmaken, een training schrappen omdat de werkvloer roept. Maar de vraag is of je daarmee het probleem oplost – of juist in stand houdt.
Van Dorssen onderzoekt duurzame inzetbaarheid en pleit voor meer ruimte voor zelfleiderschap. Medewerkers die zélf keuzes kunnen maken over hun werk, gezondheid en ontwikkeling blijken veerkrachtiger, gemotiveerder en gezonder. Klinkt logisch – en toch is het in de praktijk nog vaak zoeken. Zeker in een sector waar zorgen voor de ander vooropstaat, wordt ‘goed voor jezelf zorgen’ nog te vaak uitgesteld.
Daar ligt ook een kans voor zorgondernemers. Niet in grote beleidsnota’s, maar in kleine, concrete dingen: een gesprek voeren, luisteren naar wat er wérkelijk speelt, ruimte bieden voor initiatieven. En: communicatie die leeft. Geen poster op het prikbord, maar een collega of leidinggevende die vertelt wat wél werkt.
Wie wil bouwen aan een toekomstbestendige zorgorganisatie, begint bij de mensen die het werk doen. Want duurzame inzetbaarheid is geen HR-thema. Het is een manier van kijken. En vooral: van zorgen.