Do's en don'ts van een concurrentiebeding

Mariëlle te Lindert, werkzaam bij de vestiging Wanroij, schrijft de wekelijkse OOvB blog naar aanleiding van een vraag van een klant. Wat kun je doen als een werknemer een eigen onderneming start in dezelfde branche?

Recent nam een werkgever contact met mij op met de mededeling dat een voormalig werknemer een eigen onderneming was gestart in dezelfde branche. Mij werd gevraagd of tegen deze vorm van concurrentie actie ondernomen kon worden.

Als werkgever is het verstandig om je bedrijf te beschermen tegen concurrentie door  werknemers. Een werknemer kan zijn werkgever op diverse manieren beconcurreren. Door het starten van een eigen bedrijf of door te gaan werken voor een concurrent. Ook het benaderen van relaties en/of het schenden van bedrijfsgeheimen zijn vormen van benadeling door een werknemer die je als werkgever wilt voorkomen.

Een concurrentiebeding is bedoeld om de know how en goodwill van je bedrijf (het bedrijfsdebiet) te beschermen. Met de inhoud van een concurrentiebeding leg je als werkgever vast van welke gedragingen een werknemer zich moet onthouden. Bijvoorbeeld door afspraken te maken over de bescherming van bedrijfsgeheimen, het (niet) benaderen van relaties na het einde van het dienstverband en/of het niet werkzaam mogen zijn bij een concurrent binnen een (beperkte) straal rondom jouw bedrijf.

Belangrijk is dat een werkgever succesvol een beroep kan doen op een concurrentiebeding indien hij kan aantonen dat de werknemer essentiële informatie over producten, diensten en/of werkprocessen heeft meegenomen waardoor de nieuwe werkgever in de concurrentieslag met de voormalig werkgever in het voordeel is. Ook slaagt een beroep op een concurrentiebeding indien de werknemer zodanige klantbinding heeft dat bepaalde klanten overstappen van de oude naar de nieuwe werkgever.

Daarentegen is een concurrentiebeding geen middel om werknemers aan je te binden in tijden van een krappe arbeidsmarkt. Rechters toetsen in de praktijk streng of geen oneigenlijk gebruik van een concurrentiebeding wordt gemaakt. Er moet daadwerkelijk sprake zijn van concurrentie waardoor je als werkgever in een nadelige positie raakt. Het enkele feit dat een werknemer voor een concurrent gaat werken is daarvoor meestal onvoldoende. Recent heeft het gerechtshof Amsterdam nog een beroep van een werkgever op een concurrentiebeding afgewezen met de overweging dat een concurrentiebeding geen bindingsbeding is. De rechtbank Rotterdam heeft daarentegen een werknemer veroordeeld tot betaling van een boete van meer dan € 50.000,00 aan zijn voormalig werkgever wegens schending van een concurrentiebeding. Met een goed geformuleerd concurrentiebeding kan je je als werkgever dus wapenen tegen concurrentie.

Een concurrentiebeding opnemen in de arbeidsovereenkomst heeft zodoende toegevoegde waarde, maar het is belangrijk om de inhoud goed af te stemmen op jouw bedrijfsvoering. Benoem bijvoorbeeld welke bedrijfsgeheimen je beoogt te beschermen en welke specifieke belangen jij als werkgever hebt om een concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst op te nemen.

Hulp nodig? Onze juristen formuleren graag een concurrentiebeding op maat voor jouw onderneming.