De voorgenomen verhoging van de btw op hotelovernachtingen en vakantieparken van 9 naar 21 procent zorgt voor grote onrust in de horecasector. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) waarschuwt dat het aantal overnachtingen met wel 30 procent kan dalen als de maatregel doorgaat.
Volgens KHN-voorzitter Marijke Vuik heeft het ministerie van Financiën de gevolgen onderschat. Waar aanvankelijk werd gerekend op een daling van 6,75 procent, laat het meest recente onderzoek van het ministerie zelf zien dat het effect veel groter kan zijn.
Vooral in grensregio’s dreigt een forse terugval, omdat toeristen dan eenvoudig uitwijken naar buurlanden met lagere tarieven.
KHN roept de politiek daarom op de maatregel terug te draaien. In een paginagrote advertentie aan de Tweede Kamer benadrukt de brancheorganisatie het belang van betaalbare vakanties in eigen land. Vuik stelt bovendien dat de verhoging de schatkist mogelijk juist geld kost: minder toeristen betekent ook minder inkomsten uit andere belastingen en minder bestedingen in de lokale economie.
Op 9 september stemt de Tweede Kamer over een motie om de verhoging te schrappen. Toch is de uitkomst onzeker. Voorstanders wijzen erop dat de maatregel 1,2 miljard euro moet opleveren en onderdeel uitmaakt van de begroting. NSC-lijsttrekker Eddy van Hijum benadrukt dat het kabinet koos voor een lastenverschuiving: consumptie duurder maken en arbeid goedkoper. Volgens hem hebben Nederlanders hierdoor meer te besteden en kunnen zij zelf kiezen waar ze hun geld aan uitgeven.
Voor campings lijkt de impact beperkt: daar blijft het lage btw-tarief gelden. Hotels en vakantieparken zullen de rekening wel voelen, zeker door het aandeel buitenlandse toeristen. Of de politiek de waarschuwingen van de sector serieus neemt, blijkt na de stemming in de Kamer.
Terug
