Door de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen krijgt Nederland een nieuw pensioenstelsel. De meeste collectieve pensioenfondsen zullen de komende jaren overgaan (“invaren”) naar het nieuwe pensioenstelsel. Voor de verplichte bedrijfstakpensioenfondsen, waarbij de meeste werknemers zijn aangesloten, is dat een collectieve beslissing zonder bezwaarmogelijkheid.
Toch is het ook voor daarbij aangesloten werkgevers én werknemers van belang goed op te letten. Dat komt vooral door een gewijzigde pensioenopbouw in het nieuwe stelsel, die nadelig kan uitpakken voor met name oudere werknemers. Een belangrijk onderwerp bij het invaren is daarom de mogelijke compensatie voor werknemers.
Deze compensatie bij invaren kan per fonds verschillend zijn geregeld en de voorwaarden kunnen in bepaalde situaties belangrijke nadelen opleveren.
Zo is vaak een voorwaarde bij pensioenfondsen die op 1 januari 2026 invaren dat op 31 december 2025 sprake moet zijn van actief deelnemen, ofwel dat op dat moment pensioen opgebouwd wordt bij het desbetreffende fonds. Daarnaast kan de hoogte van de compensatie afhankelijk zijn van de hoogte van het salaris en de arbeidsduur. Een verlaging van het salaris of de arbeidsduur voorafgaand aan het invaren – zoals parttime gaan werken, een sabbatical of ander onbetaald verlof of overstap naar een andere branche – kan leiden tot geen of minder compensatie.
Van werkgevers mag vanuit goed werkgeverschap verwacht worden dat werknemers tijdig worden gewezen op de hieruit voortvloeiende risico’s dat werknemers hun pensioencompensatie geheel of gedeeltelijk mislopen. Dit geldt ook wanneer de werknemer zelf het initiatief neemt om minder te gaan werken of de arbeidsovereenkomst te beëindigen, voordat het pensioenfonds is ingevaren en het recht op compensatie is toegekend.
Worden werknemers niet tijdig geïnformeerd of gewaarschuwd over de mogelijke consequenties voor hun pensioencompensatie, dan bestaat het risico dat de werkgever wordt aangesproken op grond van schending van goed werkgeverschap en dus voor schadevergoeding voor de misgelopen compensatie.
Het voorgaande is slechts één voorbeeld dat het ook voor werkgevers van belang is goed te letten op hoe de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel wordt geregeld. Ook andere werkgevers, met bijvoorbeeld een pensioenverzekering, krijgen te maken met aanpassingen. Bij vragen of wijzigingen is het verstandig te schakelen met het pensioenfonds, de verzekeraar of een pensioenadviseur.
Heb je na het lezen van deze blog nog vragen? Neem dan gerust contact op met jouw adviseur bij OOvB.