Welke rente kan ik berekenen voor mijn familiehypotheek?

Rob Siroen, werkzaam bij de vestigingen Cuijk en Heesch verwijst in de OOvB blog van deze week naar een eerder geschreven blog van eigen hand. De titel luidde "Laat uw spaargeld slim renderen, sluit een familiehypotheek". Met o.a. de nog steeds stijgende huizenprijzen blijkt de blog uit april 2019 nog steeds interessant.

In mijn blog van april 2019 besprak ik de mogelijkheden van een zogenaamde “familiehypotheek”. Simpel gezegd treedt bij een familiehypotheek vaak de ouder op als bank voor de aankoop of bouw van een woning van het kind.

Voor meer info verwijs ik naar mijn eerdere blog.

Standpunt belastingdienst bekend gemaakt

Gelet op de (nog steeds) stijgende huizenprijzen en de inmiddels ingevoerde negatieve spaarrente, is de familiehypotheek nog actueler dan voorheen. De vraag die nu vaak gesteld wordt, is welke rente in rekening te brengen bij een familiehypotheek.

Onlangs is een (nog niet officieel vastgestelde) instructie bekend geworden waarin de Belastingdienst nader ingaat op de rente die in rekening gebracht kan worden bij een familiehypotheek. Ook is daarbij ingegaan op leningen tussen aandeelhouders met een eigen B.V. Daarbij is het van belang of er überhaupt sprake is van een lening (en dus geen schenking of winstuitkering) en wat een reële rente is.

Welke rente?

Bij het vaststellen van de rente wordt vaak gekeken wat een bank aan rente aanbiedt. Vervolgens wordt gekeken of er verschillen zijn in de positie van de geldverstrekker (lees: ouder) ten opzichte van de bank. Dan kan iets meer gezegd worden of de rente die berekend wordt reëel is. Daarbij spelen de aan te bieden zekerheden, bijvoorbeeld het huis als onderpand, alsook de terugbetalingscapaciteit van het kind een rol.

In de praktijk wordt nogal eens de vuistregel gehanteerd dat de rente binnen familieverhoudingen 25% hoger moet liggen dan de rente die door een bank wordt aangeboden. Uit de interne stukken van de Belastingdienst komt naar voren dat dit van geval tot geval beoordeeld moet worden en een vaste marge van 25% niet in iedere situatie toegepast kan worden.

Beperkt fiscaal belang?

De omvang van de rente die berekend wordt, is in de huidige marktsituatie fiscaal van minder groot belang bij een familiehypotheek. Als de ouder een te lage rente berekent aan het kind met een familiehypotheek, is het verschil een schenking.

Voorbeeld
Er wordt een rente door ouders aan het kind berekend van 1,5% op een lening van
€ 300.000. De belastingdienst is van mening dat de rente 2,5% zou moeten bedragen. In dit geval wordt er dus € 3.000 te weinig rente in rekening gebracht. Omdat ouders jaarlijks een bedrag van € 6.604 onbelast aan hun kind(eren) kunnen schenken, is ten aanzien van deze schenking geen schenkbelasting verschuldigd.

Is een hogere rente ook mogelijk?

Er kan zelfs sprake zijn van een fiscaal belang om een hoge(re) rente te berekenen aan het kind met een familiehypotheek. Dit is het geval als de lening voor de eigen woning kwalificeert en de rente in aftrek kan worden gebracht bij het kind. Voor de uitlenende ouder leidt een hogere rente niet tot fiscaal nadeel (box 3).

Er zijn dus aanknopingspunten om, mede afhankelijk van de persoonlijke en financiële situatie, de rente op een zo gunstig mogelijke manier overeen te komen. Ik help u daar graag bij.