De perikelen rondom schijnzelfstandigheid blijven actueel. Op dit moment wordt in onder andere de media gesuggereerd dat alternatieve rechtsvormen een oplossing zouden zijn om schijnzelfstandigheid te beperken. Denk daarbij aan een vennootschap onder firma (V.O.F.), een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (B.V.), een coöperatie of een maatschap. Maar zijn deze alternatieve rechtsvormen daadwerkelijk een oplossing om schijnzelfstandigheid te voorkomen?

Er is sprake van schijnzelfstandigheid indien iemand zich presenteert als zelfstandige, terwijl er feitelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst. Sommige partijen beweren momenteel dat het oprichten van een andere rechtsvorm bescherming biedt tegen het risico op naheffingsaanslagen loonheffingen en boetes vanwege schijnzelfstandigheid.
Op deze manier zou het risico op schijnzelfstandigheid worden beperkt, omdat het naar buiten treden middels een vennootschap doet vermoeden dat er sprake is van een professionele zelfstandige.
Daarnaast wordt verondersteld dat het risico op schijnzelfstandigheid wordt beperkt doordat niet rechtstreeks wordt gecontracteerd tussen de opdrachtgever en de zelfstandige. In het voorbeeld van de B.V. is de zelfstandige in loondienst van de B.V., daar is een arbeidsrelatie. Vervolgens wordt er een overeenkomst van opdracht overeengekomen tussen de B.V. en de opdrachtgever.
Maar de rechtsvormkeuze en de gevolgen daarvan veranderen echter niets aan de beoordeling van de arbeidsrelatie. De Belastingdienst en de rechter kijken namelijk door dit soort constructies heen. Zoals ook blijkt uit de Deliveroo uitspraak (die reeds in ons eerdere nieuwsartikel is aangehaald kritischere houding bij werken met ZZP-ers op zijn plaats) wordt achteraf aan de hand van alle feiten en omstandigheden beoordeeld of er al dan niet sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Een alternatieve rechtsvorm biedt dus geen garantie om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Het wijzigen van een rechtsvorm is overigens wel een belangrijke en ingrijpende beslissing. Een rechtsvormwijziging gaat dan ook doorgaans gepaard met kosten en (administratieve) verplichtingen. Daarom is het belangrijk om vooraf advies in te winnen over dergelijke ingrijpende wijzigingen als je overweegt om de rechtsvorm van jouw onderneming te wijzigen.
Met betrekking tot het werken met of als zelfstandige ligt de focus dan ook op de feitelijke invulling van de werkzaamheden. Daarom is het belangrijk om voorafgaand aan een samenwerking te beoordelen of er sprake kan zijn van een arbeidsovereenkomst op basis van de huidige wet- en regelgeving en jurisprudentie. Voor de inhoudelijke beoordeling of er sprake is van een arbeidsovereenkomst verwijs ik je graag naar ons eerdere nieuwsartikel werk je met of als zelfstandige(n)? Beoordeel dan nu of er mogelijk sprake is van schijnzelfstandigheid.
De regelgeving omtrent de beoordeling van de arbeidsrelatie is nog steeds volop in ontwikkeling. Zo hebben VVD, D66, CDA en SGP op 3 april jl. een nieuw initiatiefvoorstel ingediend, de zogeheten Zelfstandigenwet. Op basis van deze wet zouden er drie toetsen moeten komen om te bepalen of een opdracht door een zelfstandige uitgevoerd mag worden. Het gaat nog slechts om een voorstel en of het voorstel het haalt is nog onzeker. Vast staat wel dat de praktijk behoefte heeft aan duidelijkere kaders. Zodra er meer bekend is, brengen wij je uiteraard op de hoogte van de laatste updates.
Onze juristen staan klaar om u te adviseren of met u mee te denken – neem gerust contact op.