Tegemoetkoming aan te vragen tot en met 4 juni 2020 voor ondernemers in de sierteeltsector of onderdelen van de voedingstuinbouw

Ondernemers in de sierteeltsector of onderdelen van de voedingstuinbouw kunnen tot en met 4 juni 2020 een tegemoetkoming aanvragen bij de RVO, indien zij door de coronamaatregelen meer dan 30% verlies van omzet of brutowinst hebben in de periode van 12 maart tot en met 11 juni 2020. Met deze aanmeldingsmogelijkheid wordt vooruitgelopen op goedkeuring van de regeling door de Europese Commissie en publicatie in de Staatscourant. Pas dan is de regeling definitief.

De tegemoetkoming is voor ondernemers die werken in de volgende sectoren:

  • teelt van bloembollen;
  • teelt van boomkwekerijgewassen in de volle grond;
  • teelt van overige sierplanten in de volle grond;
  • teelt van perkplanten in de volle grond;
  • teelt van perkplanten onder glas;
  • teelt van potplanten onder glas;
  • teelt van snijbloemen en snijheesters in de volle grond;
  • teelt van snijbloemen en snijheesters onder glas;
  • groothandelaren in de producten van de teelten die hierboven staan;
  • wegtransporteurs die transporteren van telers naar veilingen en groothandelaren van: bloembollen, sierplanten, perkplanten, potplanten, snijbloemen, heesters en boomkwekerijgewassen;
  • vermeerderaars van sierplanten, perkplanten en potplanten;
  • veilingen van sierteeltproducten;
  • voedingstuinbouw; telers en groothandelaren die leveren aan bedrijven zoals hotels en restaurants. Deze leveringen zijn in elk geval 75% van de totale omzet.

Het bedrijf moet op 12 maart 2020 ingeschreven staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. De fysieke vestiging moet in Nederland zijn gelegen. Het bedrijf mag niet in een faillissement zitten en ook geen verzoek hebben gedaan bij de rechtbank om uitstel van betaling.

De tegemoetkoming hangt af van de omzetschade. Het gaat om de omzet van de periode 12 maart tot en met 11 juni, in de jaren 2017 tot en met 2020. Eerst moet het verschil bepaald worden tussen de omzet in 2020 en het gemiddelde van de drie vorige jaren. Daar moet vervolgens 30% afgehaald worden. De uitkomst is de omzetschade. De tegemoetkoming bedraagt 70% van dit bedrag. Een groothandelsbedrijf moet rekenen met de brutowinst.

Voorwaarden is dat in de periode van 12 maart tot en met 11 juni 2020:

  • in elk geval 30% minder omzet of brutowinst;
  • een doorlopende productie, maar weinig omzet;
  • producten die niet of slecht houdbaar zijn, met weinig of geen andere mogelijkheden om ze toch te gebruiken;
  • te maken met een seizoenspiek in productie, bezetting van personeel en omzet.

Het bedrijf mag geen ontslag aanvragen bij UWV voor werknemers om bedrijfseconomische redenen; moet werknemers zoveel mogelijk in dienst houden; moet de loonsom zoveel mogelijk gelijk houden (dit geldt voor alle contractvormen) en moet het loon van de werknemers doorbetalen.

Zodra de regeling definitief is, streeft RVO er naar om binnen vijf werkdagen een voorschot van 50% van de tegemoetkoming uit te betalen. Daarna moet men een definitieve vaststelling aanvragen. De rest van het bedrag ontvangt men binnen acht weken nadat een complete vaststellingsaanvraag met bewijsstukken is ingediend. Het voorschot wordt teruggevorderd, als de aanvraag niet wordt goedgekeurd.

De aanvrager krijgt bericht van RVO wanneer de vaststellingsaanvraag verstuurd kan worden. Dit moet uiterlijk 31 augustus 2020 geschieden.

Wanneer men voor dezelfde schade andere financiële steun heeft verkregen, moeten deze bedragen van de tegemoetkoming afgehaald worden. Documenten daarvan moeten bij de vaststellingsaanvraag gevoegd worden.