Wordt waarde ontwikkeling grond vanaf 2025 in privé, box 3, ook belast ?

Kabinet maakt contouren nieuw box 3-stelsel 2025 bekend: vermogensaanwasbelasting.

Tot nu toe wordt agrarische grond in box 3 door het forfaitair rendement van het huidig box 3 stelsel zwaar belast ten opzichte van de werkelijke pachtontvangsten.

Dit komt omdat de pachtopbrengsten relatief laag zijn ten opzichte van de waarde van de grond. In box 3 wordt van een fictief hoger rendement uitgegaan bij grotere oppervlakten grond in privé box 3.

Wat het kabinet in gedachte heeft is enerzijds een voordeel omdat de werkelijke pachtopbrengsten belast gaan worden in plaats van een fictief rendement.

Maar er zit een zware keerzijde aan de plannen van het kabinet: als de grond in waarde stijgt, dan is de waardestijging in het jaar zelf meteen al belast!

Het zijn “slechts” contouren, het is nog geen wetsvoorstel, maar wat niet is kan nog komen.

Het kabinet stelt voor het nieuwe box 3-stelsel per 2025 vorm te geven als een vermogensaanwasbelasting. Staatssecretaris Van Rij heeft een brief naar de Tweede Kamer gestuurd waarin de contouren worden geschetst van het nieuwe stelsel.

De vermogensaanwasbelasting houdt in dat belast wordt:

  1. De werkelijk in het jaar genoten inkomen (pacht in geval van grond)
  2. Plus de waarde ontwikkeling (waarde toename grond of waarde afname)

 

Het kabinet geeft aan dat de belangrijkste reden voor het kiezen van een vermogensaanwasbelasting is dat daarmee langdurig uitstel van belastingheffing wordt voorkomen. Met een vermogensaanwasbelasting wordt jaarlijks belasting geheven over de werkelijke genoten reguliere inkomsten uit vermogen, zoals rente, huur, dividend en pacht, en over de (on)gerealiseerde waardeontwikkeling van vermogensbestanddelen die zich in het betreffende jaar hebben voorgedaan.

Zo wordt de waardeontwikkeling van bijvoorbeeld een aandelenportefeuille jaarlijks belast en niet pas in het jaar waarin een deel van de aandelen wordt verkocht.

Het nieuwe stelsel geldt voor alle vermogensbestanddelen die in het huidige box 3 stelsel vallen. Bij bank- en spaarproducten in euro’s wordt de rente-inkomsten belast. Bij beleggingen in financiële instrumenten bestaat het rendement enerzijds uit reguliere inkomsten, zoals ontvangen dividend, en anderzijds uit waardeontwikkeling van het vermogensbestanddeel, zoals koerswinst of koersverlies.

Het rendement op onroerende zaken bestaat uit de jaarlijkse waarde mutatie van de onroerende zaken en de reguliere inkomsten, zoals huur en pacht.

Aanvankelijk wordt de waardeontwikkeling van onroerende zaken forfaitair belast, waarbij zo snel mogelijk de overstap wordt gemaakt naar werkelijk rendement.

De verschuldigde rente op vorderingen en schulden hoort tot het inkomen, net als waarde mutaties die zich voordoen bij afwaardering, kwijtschelding of valutaverschillen.